‘Juf, was dat écht zo?’ Mijn onderzoek uit 2011 over de lessen slavernij – het stripboek over Quaco als antwoord

In 2011 interviewde ik zestien geschiedenisdocenten van Amsterdamse VO-scholen over hun lessen slavernij. Dit deed ik in opdracht van de gemeente Amsterdam. Aangezien nog steeds vraag lijkt te zijn naar dit inmiddels wel wat oude onderzoek, heb ik het nu als pdf hierbij gevoegd. Wie wil, kan het downloaden. DMO Educatie & Slavernij, Mok-Cultuursporen 290411

Mijn belangrijkste onderzoeksvraag was toen: hoeveel tijd besteedt u aan het Nederlandse slavernijverleden? Dat varieerde van 1 tot 10 lesuren voor de tweede en derde klassen, dat wil zeggen de leerjaren waarin het onderwerp slavernij behandeld wordt. En die lessen hoeven niet noodzakelijkerwijs over het Nederlandse slavernijverleden te gaan. Eén lesuur is bepaald weinig, zeker als daarvan ook nog tijd gaat naar slavernij in de VS. Over slavernij onder de VOC had ik het overigens toen niet, dat mocht de docent uiteraard wel zelf zo invullen tijdens de interviews.

Het onderzoek en het beeldverhaal over Quaco’s leven

Dit onderzoek gaf destijds de doorslag: ik ga een educatief stripboek maken over het Nederlandse slavernijverleden en Quaco, ooit de zogenaamde ‘futuboi’ of ‘persoonlijke slaaf’ van John Gabriel Stedman wordt de hoofdpersoon. Hij vertelt zíjn verhaal.

In klassen waar ik de docenten interviewde lagen de stripboeken van Eric Heuvel over de Tweede Wereldoorlog. Die kende ik door mijn werk bij de Anne Frank Stichting. Ik wist hoe waardevol deze stripboeken waren voor het onderwijs en daarbuiten: je leest niet alleen de geschiedenis, je zíet het ook! Daarom heb ik de docenten eveneens gevraagd of een stripboek over slavernij een goed idee zou zijn: ‘Moet je doen!’, was kort gezegd het antwoord. Ik zag daarop af van mijn voornemen een fraai lesboek te maken over slavernij. Met een stripboek zou ik meer mensen bereiken, ook degenen die niet makkelijk lezen. Dit alles natuurlijk in de hoop dat het stripboek over een jongen die werkelijk in slavernij heeft geleefd zowel in Suriname als in Nederland, de aanleiding zou zijn ook in de lessen langer stil te staan bij het Nederlandse slavernijverleden en dit verleden ‘dichterbij’ te brengen.

 

kadk03image001

 

 

 

 

 

 

 

Ik had in 2010 een kleiner stripboek gemaakt over slavernij met Dineke Stam, Aspha Bijnaar en tekenaar Kae Solo: Jacquelina, slavin van plantage Driesveld. Met het stripboek over Quaco en het lesmateriaal dat er bij zou komen,  zou ik voortbouwen op de pedagogische-didactische aanpak van het lesboek Kind aan de Ketting: opgroeien in slavernij dat ik in 2010 had gemaakt en waarover docenten erg tevreden waren.

In mijn vrije tijd deed ik al onderzoek naar het leven van Quaco, ooit de zogenaamde ‘futuboi’ van John Gabriel Stedman, wiens verslag over zijn vierjarig verblijf als legerkapitein in Suriname nog steeds geldt als een van de belangrijkste bronnen van de Surinaamse samenleving en dus ook van de slavernij van de achttiende eeuw. Hoe was Quaco’s leven voordat hij in Stedmans handen terecht kwam? Hoe zou het met hem gegaan zijn nadat Stedman hem, althans dat beweerde Stedman, ‘cadeau’ had gedaan aan de gravin van Rosendael en wie was zij eigenlijk?

Modelsheet-1(Afgebeeld zijn zogenaamde modelsheets van Quaco en Afua, getekend door Eric Heuvel.)

En zo is het gekomen: ik besloot ervoor te gaan en Eric Heuvel als tekenaar te vragen; hij wist wat het zou betekenen een educatief en historisch stripboek te maken. Het duurde een paar jaar voor we samen echt van start konden gaan – alleen al het fondsen werven duurde 2,5 jaar. Begin 2014 werkte ik het scenario uit, verzamelde ik beeldmateriaal en Eric maakte de eerste schetsen. Dankzij ook de medewerking van een enorme klankbordgroep, docenten en leerlingen, lukte het. Eind juni 2015, nu een jaar geleden, was het werk gedaan.

kinderen lezen stripboek in ZwolleScholen gebruiken het stripboek Quaco – leven in slavernij inmiddels, de kinderen lezen doodstil. Maar het gaat er natuurlijk ook om wat de docenten vervolgens met het verhaal van Quaco doen: waar zoemen zij op in met de leerlingen? Gaan ze direct af op de kennistoetsen, of starten ze, zoals wij beogen, met de werkbladen en klassengesprekken die vragen om inleving en reflectie, bijvoorbeeld over macht en racisme?

Els Schellekens, de samensteller van het lesmateriaal, en ikzelf volgen docenten die met het stripboek werken en het lijkt erop dat zij meer tijd vrijmaken voor het onderwerp slavernij. Nog steeds zijn er leerlingen die met het stripboek voor het eerst over dit onderwerp horen. Een enkeling ligt er wakker van, of vraagt letterlijk: ‘Juf, was dat echt zo?’, precies de vraag die ik ook vijf geleden optekende en de titel werd van mijn onderzoeksverslag.

Els Schellekens en ik blijven ook volgend jaar docenten bevragen over hun ervaringen met het stripboek en het lesmateriaal en we zullen hierover berichten.

Deze ervaring van een docent wil ik alvast graag delen: ‘doordat Quaco de hoofdpersoon is en ook ik als lezer met hem mee moet kijken en denken, behandel ik het onderwerp slavernij anders, minder afstandelijk dan voorheen – het is net of ik zijn perspectief blijf aanhouden.’

 

0 antwoorden

Plaats een Reactie

Meepraten?
Draag gerust bij!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *