Reisde Quaco mee door Groot-Britannië?

Dacht ik alle afbeeldingen van John Gabriel Stedman inmiddels wel onder ogen te hebben gehad. Niet dus. Deze week zocht ik digitaal naar een afbeelding uit zijn Surinaamse reisverslag, verschijnt bij de derde ‘hit’ deze aquarel van Stedman. Hijzelf zo te zien links, lekker relaxed in de roeiboot, met naast hem een vrouw, in gezelschap van een ander paar dat elkaar erg leuk vindt, terwijl in hun vizier witte blote vrouwen de zee induiken.

Deze aquarel wordt bewaard in de National Galleries of Scotland en hoort bij een serie van zeven werken die Schotse taferelen tonen, staat er boven. Alle zeven zijn zo’n 34 x 48 cm., een behoorlijk formaat vergeleken met de paar aquarellen die van Stedman bewaard worden in de James Ford Bell Library in Minnesota. Ze zijn volgens de catalogus in 1949 gekocht van ene Frank T. Sabin, Ealing, London.

John Gabriel Stedman


Misschien zijn deze zeven aquarellen voor de ware Stedman-kenners onder ons allang bekend. Ik vind ze interessant omdat ze genummerd en gedateerd zijn. Mogelijk bieden ze aanknopingspunten voor mijn onderzoek naar Quaco. De oudste is van 27 december 1779, de jongste van 29 maart 1781. En Stedman heeft ze, zo schrijft hij zelf onderaan – het is duidelijk zijn handschrift – ‘on the spot’ gemaakt tijdens zijn Grand Tour door Engeland en Schotland.

John Gabriel Stedman


Bijzonder is dat deze aquarellen een periode komen waarin geen enkele dagboekaantekening van Stedman overgeleverd is: februari 1779-1784. Voor die periode had ik ook geen andere bron waaruit ik kon opmaken hoe het met Quaco die jaren was vergaan. Door de aquarellen wordt mij nu pas duidelijk dat Stedman van die vijf jaar in ieder geval bijna anderhalf jaar door Groot-Britannië trok. Vraag is: ging Quaco mee?

John Gabriel Stedman


Eerder schreef ik hier al dat Stedman in zijn reisverslag over Suriname de lezer voorhield dat hij Quaco in 1777 afleverde bij de familie Torck van Rosendael, van kasteel Rosendael bij Arnhem. Volgens Stedman’s originele dagboekaantekeningen echter ging Quaco dat jaar in Zutphen naar school en het jaar daarop in Bergen op Zoom. Omdat dagboekaantekeningen van na 1779 ontbreken, opperde ik dat Quaco misschien pas in 1783 zijn intrek nam op het kasteel. In dat jaar verkocht Stedman namelijk zijn legereenheid en maakte hij zich op voor een verhuizing naar Engeland met zijn kersverse vrouw Adriana Wierts van Coehoorn – haar heeft Stedman weten we nu dus niet voor 1781 ontmoet – en zijn negenjarige zoon Johnny, die hij met Johanna in Suriname had gekregen. Na Johanna’s dood in 1782 reisde hij, ik vermoed begin 1784, naar zijn vader die dan in Maastricht woont.

Terug naar Quaco. Ligt het voor de hand dat Quaco in 1779 bij de familie Torck van Rosendael in dienst is gegaan? Het jaar waarin Stedman zijn Grand Tour startte? Op de aquarellen zie ik hem niet terug. Of horen de aquarellen bij een groter corpus en staat Quaco op een aquarel die we niet kennen? Eentje ontbreekt in ieder geval; Stedman heeft de platen genummerd tot en met nummer 8, nummer 3 ontbreekt. Uit Stedman’s drieregelige toelichting onder aan de aquarellen maak ik bovendien op dat ze deel uitmaken van een journaal dat diverse volumes omvat. Waarom zou Stedman juist in de wintermaanden – hij noemt eenmaal september en verder december, januari, februari en maart – ‘on the spot’ aquarellen hebben gemaakt? De zomer lijkt mij aangenamer om buiten te schilderen.Heeft hij geen aquarellen in Engeland gemaakt? Hij maakte tenslotte een Grand Tour door Groot-Britannië. Omdat hij van een journaal spreekt vermoed ik dat de aquarellen bovendien zijn bedoeld als illustraties bij een geschreven journaal. Helaas, het lijkt erop dat deze aquarellen als een losse set in 1949 door de National Gallery of Scotland zijn aangekocht. Volgens de conservator is dit alles wat de Gallery van Stedman in de collectie heeft.

Tja, ben ik nu veel wijzer geworden over Quaco? Toch wel. Ik heb nu iets meer grond voor mijn vermoeden dat hij in 1779 in livrei zijn opwachting maakte bij de familie Torck van Rosendael. Hoewel? De aquarel waarop mogelijk Quaco staat heb ik er weer bij gepakt: is dan toch een Brits landschap hierop te herkennen? Tot nu toe ben ik er niet achter gekomen waar deze aquarel gemaakt is, en houd ik het er op dat het een fantasietafereel is. Mocht het ergens aan de Britse kust zijn, dan is Quaco erg klein afgebeeld voor zijn leeftijd- hij was in 1779 achttien jaar – en hoe valt dan de oranje sierband om het oor van het paard te verklaren? Past zo’n huldeblijk aan de Oranjes als je door Engeland of Schotland trekt? Schilderde Stedman de aquarel in Suriname? Want volgens zijn reisverslag droegen de legerpaarden zo’n ornament tijdens de parades voor het gouvernementshuis als eerbetoon aan de stadhouder.

Uitsnede aquarel John Gabriel Stedman, Piermont Morgan Library, New York.


Een volgend aanknopingspunt ligt wellicht bij Frank T. Sabin, de handelaar van wie de National Gallery de werken heeft aangekocht. Zijn bedrijf bestaat nog. Wie weet is zijn administratie uit 1949 bewaard gebleven en staat daarin wie de aquarellen aan Sabin heeft aangeboden en wie weet beschikte Sabin over meer werken van Stedman…wordt hopelijk vervolgd…

John Gabriel Stedman

John Gabriel Stedman

John Gabriel Stedman

2 antwoorden
  1. Roelof van Gelder
    Roelof van Gelder zegt:

    Ha Ineke,
    Ik lees nu pas je blog. Ik heb deze aquarellen ook bekeken. Als je naar het weer en de vegetatie kijkt zie je dat die data niet slaan op het ‘on the spot’ tekenen. Daarvoor zijn ze ook veel te uitgewerkt. Die data slaan op de dag van uitwerking. Hij maakte inderdaad een reis door Engeland; hij moet daar lang verlof voor hebben gehad. Het journaal dat hi op die reis bijhield is helaas onvindbaar.
    De tekening van de zwarte jongen met het paard hoort volgens mij bij dezelfde serie. Het is zeker geen Surinaams landschap. Mijn theorie is de volgende: Stedman onderhield nauwe contacten met Sir George Strickland (een gefortuneerde grootgrondbezitter in Yorkshire, die ook niet onverdienstelijk tekende) en diens gezinsleden. Die Strickland heeft hem aangezet tot het schrijven van zijn boek. De tekening van de zwarte jongen met het paard wordt bewaard in een exemplaar van Stedmans boek dat afkomstig is uit de bibliotheek van de familie Strickland. Boek en tekening horen dus bij elkaar en ik denk dat die jongen in dienst was bij de Stricklands. Dit is des te meer waarschijnlijk daar er een briefje van Stedman bewaard is gebleven gericht aan ‘Peter the Negro, Servant to Sir George Strickland’. Stedman schrijft daarin dat hij hem een guinea geeft om te drinken op ‘Sir George and all the ladies’ en drukt hem op het hart de hele familie eerlijk en trouw te dienen. Bij de ‘ladies’ zal hij vooral hebben gedacht aan Sticklands oudste dochter Elisabeth, door wie hij het jaar daarvoor bekoord was geraakt. En op zijn Stedmans eindigt hij met de woorden ‘I am in the most damnable haste, Yours Jack Stedman’.
    De tekening bevindt zich in het exemplaar van Stedmans Narrative in de Pierpont Morgan Library, New York. Het briefje aan Peter bevindt zich in de Gloucester Archives, UK (D1245/F2). Mijn conclusie is dat die tekening helaas niet Quaco voorstelt, maar de zwarte dienstknecht van Strickland. Stedman schrijft ook nergens dat Quaco paardrijles heeft gekregen. Het kan heel goed dat die deze Peter Stedman vergezelde op zijn tocht verder naar het noorden, naar Schotland. Vergelijk bijvoorbeeld het rijkostuum met de tekening waarop de koets voorkomt. Ik heb de indruk dat de vierde roeier van rechts in de boot tijdens een regenbui ook een zwarte jongen is.
    Hartelijke groet,

    Roelof

    Beantwoorden
  2. Ineke Mok
    Ineke Mok zegt:

    Hallo Roelof,

    Wat ontzettend leuk dat je op mijn blog reageert en wat een interessante bijdrage. Die zwarte jongen in de boot in de regenbui, dat zou best eens kunnen. Maar meer geïnteresseerd ben ik (natuurlijk) in jouw idee over de aquarel van de hand van Stedman waarop een donkere jongen te zien is, met oorbel en hoed, en afgebeeld naast een paard. Die aquarel zit voorin een exemplaar van Stedman’s Narrative, die hij volgens zijn toelichting heeft aangeboden aan Ilja Ferrier. Wat goed dat jij nu weet dat dit boek uit de nalatenschap komt van de familie Strickland. Als ik jouw argumentatie lees, dan denk ik dat het best wel eens kan zijn dat je gelijk hebt: het is niet Quaco maar de bediende van de familie Strickland. Het argument dat Quaco geen paardrijles heeft gehad, vind ik echter niet zo sterk: hij reed zeker wel paard, dat staat in het dagboek van Stedman, dat wil zeggen, er staat dat Quaco gevallen is van dat (‘verrekte’) paard en daarbij zijn hand gemeen heeft verwond. Daarvoor moet hij steeds naar de ‘hangman’ (beul) en Stedman moet betalen voor de verzorging van Quaco’s hand. (Stedman kocht bij terugkeer in Nederland een paard en ik kan mij niet voorstellen dat hij Quaco steeds heeft laten lopen). Verder geloof ik dat de aquarellen die in Schotland bewaard worden, allemaal een vast en groter formaat hebben, alsof ze uit een en het zelfde blok komen; de aquarel waarop mogelijk Quaco (maar elke twijfel is gerechtvaardigd, lijkt mij) te zien is, is volgens mij kleiner. En is die jongen niet op blote voeten? Of draagt hij toch laarzen? Het is nauwelijks te zien, maar is hij op blote voeten, dan komt Quaco weer eerder in aanmerking. Hoed en oorbel kloppen wel met Stedman’s beschrijving, maar die zullen meer bedienden hebben gedragen. En misschien is het wel heel iemand anders!

    Roelof, ik verheug mij ontzettend op je boek over Stedman, en hopelijk ligt die al snel in de boekhandel,

    veel dank voor je reactie en hopelijk volgen meer mooie suggesties en nieuwe inzichten.
    Ineke

    Beantwoorden

Plaats een Reactie

Meepraten?
Draag gerust bij!

Laat een antwoord achter aan Ineke Mok Reactie annuleren

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *