Coffy van Berbice – leider van de eerste grote slavenopstand

Gisteren, 10 oktober, was het Dag van de Marrons. Sinds 1974 wordt op deze dag de vrijheidsstrijd herdacht van de Marrons in Suriname en Frans Guyana tijdens de slaventijd. Die dag is niet willekeurig gekozen: op 10 oktober 1763 tekende het koloniale gezag van Suriname de vrede met de Ndyuka’s. 

Deze dag is misschien niet zo bekend, de strijd van de Marrons wel, waarbij de namen horen van Boni of Baron. Net als Tula en Karpata, de leiders van de slavenopstand in 1795 op Curacao, horen zij bij de Nederlandse slavernijgeschiedenis. Maar wie kent nu Coffy van Berbice? Ook een vrijheidsstrijder op (dan nog) Nederlands grondgebied. 

In 1763, nog geen drie jaar na de vrede met de Ndyuka in Suriname, brak op 23 februari een massale slavenopstand plaats op Berbice, onder leiding van Coffy van plantage Lilienburg. Twee- tot drieduizend slaven namen hieraan deel. Plantagehuizen werden afgebrand, de Europeanen sloegen op de vlucht. 

Coffy bleek niet de onbetwiste leider, de aanvoerders zaten niet op 1 lijn. Interne conflicten verzwakten de positie van de opstandelingen en toen de gevluchte planters hulp kregen van troepen uit onder meer Suriname en Europa, keerde het tij.    

Tien maanden had de opstand geduurd. De strijd was verloren. De leiders van de opstand werden ter dood veroordeeld. 40 van hen werden opgehangen, 24 werden levend verbrand en een zelfde aantal werd ‘aan het wiel gebroken’. De andere opstandelingen werden gevangen genomen en opnieuw als slaven te werk gesteld op de plantages.

De opstand in Berbice is de eerste grote georganiseerde slavenopstand geweest in de Amerika’s. In Guyana wordt Coffy jaarlijks herdacht op 23 februari, de dag van de Republiek.  Zijn standbeeld staat in de hoofdstad Georgetown. Tot 1812 was dit Stabroek, de hoofdstad van Essequibo en Demerary, genoemd naar een bewindhebber van de WIC. De gebieden waren net als Berbice, in het oosten, in Nederlandse handen, tot rond 1800 de Engelsen ze veroverden, Nederland of de Bataafse republiek ze heroverde en weer verloor. Na enkele jaren werd het pleit beslist in het voordeel van Engeland. In 1831 zijn de drie gebieden samengevoegd tot Brits Guyana. 

Berbice mag dan al bijna twee eeuwen niet meer Nederlands grondgebied zijn, het Nederlands-Berbice of Berbice-Nederlands is een paar jaar terug verdwenen. Maar het spreekwoord ‘Naar de Barrebiesjes gaan’ heeft die tijd overleefd en betekent zoveel als: naar de verdoemenis gaan. Berbice  is  ook de naam van een buitenplaats in Voorhouten, zo genoemd in 1827 door de toenmalige jonkheer Goldberg, toen bestuurder van Berbice.  Zo horen landgoed en spreekwoord bij de slavernijgeschiedenis van Nederland. Coffy verdient in die geschiedenis een prominente plek, als de leider van de georganiseerde slavenopstand in Berbice, de eerste in de Amerika’s.

1 antwoord

Plaats een Reactie

Meepraten?
Draag gerust bij!

Laat een antwoord achter aan Carolien Roodvoets Reactie annuleren

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *